Parkbosroute landgoed De Braak (Drenthe)
We zetten de auto op de parkeerplaats die ligt aan de doorgaande weg en lopen het park in.
Je kan door het park heerlijk rond dwalen, ook met de hond aangelijnd, en echt een route hoeft niet gevolgd te wroden. Daarom hier wat informatie over het park.
Landgoed De Braak in Paterswolde bestaat uit een monumentaal parkbos met vijvers, imposante bomen en weilanden. Het parkbos is door tuinarchitect Roodbaard in de negentiende eeuw in de landschapsstijl ontworpen. In het voorjaar staan de percelen voor landhuis De Braak vol met allerlei bloeiende stinsenplanten.
Landgoed De Braak is in 1825 aangelegd door de bekende tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard. Hij heeft als één van de eersten in het begin van de 19e eeuw in het noorden tal van parken en buitenplaatsen in Engelse landschapsstijl aangelegd. Roodbaard heeft het park ontworpen met kronkelige vijverpartijen met veel lussen en daartussen schiereilandjes. De uit de vijvers vrijkomende grond is gebruikt voor heuvels vanaf waar je als wandelaar fraaie uitzichten hebt. Midden over het park stroomt de Leijenloop.
Bij het graven van de grillig gevormde vijver bleef veel zand over. Dat is gebruikt voor de aanleg van de er omheen liggende heuvels. De vijvers van De Braak zijn een belangrijke kraamkamer voor padden die in het voorjaar vanuit de Peizermaden en het Eelderdiep naar De Braak trekken.
Historische buitenplaats De Braak bestond al rond 1700, het was toen in eigendom van luitenant E.F. ter Voet van Schelfhorst, die getrouwd was met Fraulein Von Braake. Zij heeft wellicht haar naam aan het landgoed gegeven. Als andere mogelijkheid voor de naam wordt genoemd dat De Braak afgeleid zou zijn van broek; laag drassig land. Tussen de twee vijvers heeft een landhuis (huis De Braeke) gestaan dat voorzien was van een torentje. Het huis raakte onbewoond en werd in 1896 gesloopt. Delen van het landhuis werden in 1916 gebruikt bij de verbouwing van de huidige woning op De Braak.
Tot eind vorige eeuw woonde in het witte huis op De Braak de boswachter met zijn gezin. Natuurmonumenten verkocht het pand aan de huidige eigenaren. Zij zijn in het voormalige kantoor van de boswachter eerst met een bed & breakfast begonnen. Nu hebben ze de voormalige werkschuur van de bosarbeiders verbouwd tot een luxe boshuis, een vakantiehuisje met eigen ingang.
Het Doolhof
Het doolhof is in 1986 door Natuurmonumenten hersteld. Het berceau bestaat uit beuken, waarvan de toppen in elkaar zijn gevlochten. In de hertenkamp even verderop hield men tussen 1938 en 1948 edelherten die waren overgebracht van de overbevolkte Veluwe. In 1948 stapte men over op damherten die in gevangenschap veel gemakkelijker te houden zijn.
De vijver,
Vanaf het hoogste punt van het landgoed heb je een fraai uitzicht over de lange vijver, die in de noord-zuid zichtlijn ligt. Links staat een groep 350 jaar oude eiken- en beukenbomen. Hierin bevindt zich een aantal vleermuiskolonies. De vleermuizen hangen in nestholtes aan het plafond en poepen de holtes langzaam vol, zodat de mest er via de ingang uit begint te lopen. Oude nestholtes zijn dan ook te herkennen aan het zwarte mestspoor op de boomstam.
Langs het slingerende pad langs de vijver is een soort bunker of kelder te vinden. Om meer slaapmogelijkheden te creëren heeft Natuurmonumenten op deze plek een speciale overwinteringskelder voor vleermuizen gebouwd. De vleermuizen die hier slapen, foerageren in de Eelder- en Peizermaden, op Vennebroek en boven het Friese Veen. Water en bloemrijke hooilanden trekken namelijk veel insecten aan: het hoofdvoedsel voor vleermuizen.